‘Als we met hart en ziel willen leven, moeten we onze angst voor de donkere kant van het leven loslaten’

Een academica ontdekt tijdens haar onderzoek naar wat geluk in de weg staat dat haar eigen manier van leven veel te wensen overlaat. En zo werd de kwestie voor de Amerikaanse sociale wetenschapster Brené Brown uiteindelijk een roeping. Haar boek ‘De Kracht van Kwetsbaarheid’ is een bestseller.

Brené Brown ©Andrew Ascher

‘Damn, this is good!’, roept Oprah Winfrey temidden van het interview. Een maand geleden was Brené Brown te gast bij de oppergodin van de zoekende zielen in haar programma Super Soul Sunday, waar ze net haar verklaring voor de verharding van de samenleving had gegeven: “Ik startte mijn onderzoek zes maanden voor 9/11. Wat ik zie is een collectieve posttraumatische stressreactie. We hebben de oranje code geïnternaliseerd, de angst is naar binnen geslagen. Er ligt een dunne laag terreur op ons, en kwetsbaarheid is daar het slachtoffer van. In de buitenwereld dragen we ons harnas, waar we zo gewoon aan zijn geworden dat we het niet meer afleggen als we thuiskomen. Perfectionisme is een schild dat ons beschermt tegen kwetsuren. Maar het voorkomt ook dat we gezien worden. We verbergen onze kwetsbaarheid, we bewaken het, maar daarmee sluiten we de bron af van alles wat we nodig hebben: vreugde, creativiteit, vernieuwing.”

‘Het heeft me een jaar therapie gekost om in te zien dat kwetsbaarheid de enige deur naar intimiteit is’

Dr. Phil, zelfhulpgoeroe of spirituele leraar is Brené Brown nochtans niet. Situeer haar gerust in de maatschappijkritische hoek van zorgverleners als Paul Verhaegen en Dirk De Wachter. Brown is professor in de Sociale Agogiek. In 2010 gaf ze een ontwapenende speech over kwetsbaarheid op een TED-conferentie waarvan ze dacht dat er zo’n 500 mensen aanwezig waren. Was ze op de hoogte geweest van het feit dat het evenement gefilmd werd, dat er in de jaren nadien een slordige 9 miljoen mensen haar verhaal zouden aanklikken en delen, dan had ze wellicht iets anders aangetrokken. En had ze nooit durven vertellen dat ze in therapie was gegaan omdat ze tijdens haar onderzoek naar wat mensen belemmert om gelukkig te zijn last kreeg van angst- en paniekaanvallen. Want wat ze tijdens haar onderzoek ontdekte, blies haar van haar sokken.

“Het kwam erop neer dat wie gelukkig is geen ontwijkend leven leidt”, vertelt ze tijdens een telefonisch interview vanuit Houston, Texas. “Mensen die zich goed voelen vragen het als ze iets nodig hebben. Ze durven over hun gevoelens praten, gaan de moeilijke gesprekken aan. Ze durven zich met andere woorden kwetsbaar op te stellen. And I was not walking my talk. Ik ben een angsthaas, een perfectionist, een regelaar, een controlefreak. Ik hou niet van wanorde en chaos. Het heeft me een jaar therapie gekost om in te zien dat kwetsbaarheid de enige deur naar intimiteit is.” Dat inzicht bleek een kantelpunt, in haar privéleven – “Al heb ik nog steeds niet alles op een rij” – maar ook in haar werk.

Brené Brown noemt zichzelf onderzoeker-verhalenverteller. “Verhalen zijn gegevens met een ziel”, is haar stelling. Voor haar onderzoek gebruikt ze de gefundeerde theoriebenadering, een in de sociale en menswetenschappen wel vaker gebruikte kwalitatieve onderzoeksmethode. Kort komt dit erop neer dat men mensen interviewt over een thema zonder daarbij een hypothese voorop te stellen of sturende vragen te stellen. Wat komt bovendrijven aan kernwoorden en rode draden doorheen alle verhalen is de onderzoeksvraag, en meteen de sleutels naar mogelijke antwoorden. Uit de meer dan 1.200 interviews die Brené Brown afnam van mannen en vrouwen uit verschillende lagen van de bevolking, kwam kwetsbaar durven zijn als een van de antwoorden. Maar wat was de vraag dan?

‘We leven in schaarste. Het ego is een ritselaar die altijd meer wil’

Brenés oorspronkelijke onderzoeksproject was uitzoeken hoe verbondenheid in elkaar zit. “Wetenschappers zijn het er intussen over eens dat we neurologisch geprogrammeerd zijn om verbinding aan te gaan met elkaar. We zijn gemaakt om te geven, te zorgen, empathisch te zijn. Maar wat betekent het precies, en vooral, wat weerhoudt ons ervan om het te doen? Wat telkens opnieuw opdook was de angst voor gebrek aan verbondenheid. De stress die we hebben als we iets hebben gedaan of gelaten dat ons liefde en waardering kan onthouden kun je samenvatten als schaamte. Daar stond ik dan. Schaamte is niet bepaald een ideaal studieobject. Niemand wil erover praten, net omdat het zo’n krachtige, pijnlijke en complexe emotie is.”

Toch gooide ze zich op het onderwerp. Zes jaar lang worstelde ze met het begrip, en probeerde ze vat te krijgen op schaamte en wat de juiste connectie was met kwetsbaarheid. Brown: “We leven in een tijd waarin iedereen zo’n beetje naar elkaar staat te kijken en zich afvraagt hoe het komt dat we enkel nog met onszelf bezig zijn. Maar egocentrisch gedrag is diepgeworteld in schaamte. Mensen zijn bang, bang om niet goed genoeg te zijn. We leven in schaarste. Het ego is een ritselaar die altijd meer wil. We zijn niet dun genoeg, ons huis is niet groot genoeg, we voelen ons niet veilig genoeg, en niet genoeg geliked op Facebook. Hoe komt dat? Waarom doen we zoveel moeite om waardevol te worden gevonden? Zijn we dan vergeten dat elk mens een intrinsieke waarde heeft die niet moet worden bewezen?”

Net in die twijfel, zo bleek uit de gegevens die ze verzamelde, ligt de bron van schaamte, en uiteindelijk ook vele vormen van gebroken gedrag. “Schaamte is dat intens pijnlijke gevoel dat we het niet waard zijn om graag gezien te worden en ergens bij te horen. De meest menselijke en primitieve emotie die we kennen, en vooral een emotie met een geheugen. Iedereen kan zich een bepaalde gebeurtenis voor de geest halen en zich meteen weer schamen. Het kan plots komen, maar we kunnen er ook in weken, een heel leven lang. Schaamte is dodelijk en we zitten erin tot over onze oren. Het kruipt in elk hoekje van je leven, het bepaalt alles. Recent onderzoek heeft overigens aangetoond dat er een rechtstreeks verband is tussen schaamte en verslavingen, agressief gedrag, misbruik, eetstoornissen en pesten.”

‘Schaamte is het schadelijkste tuchtwapen’

Schaamte is zo oud als de mens zelf. Elke samenleving heeft voorbeelden van hoe het wordt toegepast om burgers in het gareel te houden. Van schandpalen tot gevangenissen. “Schaamte is ook een psycho-sociaal-culturele constructie, inderdaad. Er is vast een moment in de geschiedenis dat het efficiënt was. Maar het is een feit dat je mensen breekt als je hen een schaamtegevoel geeft. Mensen worden er gevaarlijker door, niet minder gevaarlijk. Hoe meer we te weten komen over mensen en de neurobiologie, hoe duidelijker het wordt dat schuldgevoel en empathie veel betere instrumenten zijn om gedragsverandering te bekomen. Schaamte is het meest gebruikte maar ook het schadelijkste tuchtwapen. Maar het gevolg kan zijn dat de schaamte hen ervan weerhoudt om empathisch gedrag te vertonen en op een gezonde manier te connecteren met de wereld.”

Net in dat laatste schuilt volgens de research het verschil in verbinding. Brown: “Het grote verschil tussen mensen die gelukkig zijn en zij die worstelen met het leven, is dat de eerste de diepe overtuiging hebben dat ze het waard zijn om geliefd te zijn en bijgevolg minder moeite hebben om zich kwetsbaar op te stellen. De anderen, die minder goed zijn in relaties, zullen de kwetsbaarheid ondraaglijk vinden en proberen om dat gevoel te verdoven.” Dat doen we op allerlei manieren, maar een van de ergste is volgens Brown vreugde neerhalen. “Het is zo herkenbaar”, vertelt ze. “Op het moment dat we diep geluk ervaren, als je bijvoorbeeld staat te kijken naar je slapend kind, of als we vaststellen dat ons leven op rolletjes loopt, dan duikt die angst op dat er iets ergs zal gebeuren. Als je je op dat moment niet kunt openstellen voor dat positieve gevoel, verandert het in doem. Geluk betekent dan plots dat het slechter zal worden.” Ze herinnert zich een man die ze interviewde voor haar onderzoek. “Hij vertelde me dat hij zijn hele leven middelmatig had geleefd. Hij had erover gewaakt niet te blij te zijn, niet te triest, zo kon hij niet teleurgesteld worden. Tot hij op zijn 60ste verjaardag zijn echtgenote verliest in een auto-ongeluk. ‘Ik wist het meteen’, zei hij. ‘Ik had volop moeten genieten van de mooie momenten in mijn leven, want niets kan mij beschermen tegen wat ik nu voel.’”

‘Wie kwetsbaar zijn ondraaglijk vindt, zal proberen om dat gevoel te verdoven’

De conclusie? Brown: “We oefenen voortdurend voor de tragedie die komt en slaan op die manier de kwetsbaarheid, maar ook de schoonheid en het geluk dood. Als we met hart en ziel willen leven, en volop voor een gelukkig leven kiezen, moeten we volgens mijn onderzoek onder meer onze angst voor de donkere kant van het leven loslaten. Dat en gevoelens van schaamte, de behoefte aan zekerheid, de wens om gewaardeerd te worden door mensen die ons toch niet moeten, de drang naar perfectie, de neiging om functioneel te zijn, twijfelend en angstig. Maar vooral, en dat is misschien nog het moeilijkst, de drang om alles, inclusief onszelf, te controleren. “Lach, zing en dans”, lacht Brené Brown. “Ook al vind ik dat ontzettend veel gevraagd voor een academica, het staat in de onderzoeksresultaten.”

De Kracht van Kwetsbaarheid van Brené Brown verscheen bij A.W. Bruna Uitgevers.

Dit artikel verscheen in 2013 in De Morgen.

Share this: